1. INLEIDING

Op 20 september 1839 reed in ons land de eerste trein van Amsterdam naar Haarlem; de exploitatie van deze later tot Rotterdam doorgetrokken spoorlijn was in handen van de Hollandsche IJzeren Spoorweg Maatschappij, kortweg aangeduid als HSM.

Op 3 juli 1845 werd te Amsterdam opgericht de N.V. Dutch Rhenish Railway Company, een bedrijf waarvan tweederde van de aandelen zich in Engelse handen bevond. In Nederland was dit spoorwegbedrijf bekend als de Nederlandsche Rhijnspoorweg-Maatschappij (NRS). De NRS nam in 1845 de exploitatie op zich van de gedeeltelijk door de Staat der Nederlanden aangelegde spoorlijn Amsterdam - Utrecht - Arnhem. Het doel van deze verbinding was doortrekking naar Duitsland, richting Oberhausen - Keulen. Twee jaar eerder, in 1843, was de haven van Antwerpen reeds per spoor verbonden met Keulen; wegens de enorme concurrentie tussen de havens van Amsterdam en Antwerpen kon een spoorweg van Amsterdam naar het Duitse achterland natuurlijk niet uitblijven. Echter, op gezag van de hoofdingenieur van Waterstaat, B.H. Goudriaan, waren de lijnen van HSM en NRS aangelegd met een spoorwijdte van 1945 mm; in Engeland en de ons omringende landen werd uitsluitend 1435 mm-spoor aangelegd zodat van een rechtstreekse verbinding geen sprake kon zijn. Pas nadat de NRS, met subsidie van de Staat, tot spoorversmalling was overgegaan werd op 15 februari 1856 de verbinding Arnhem - Oberhausen geopend. De HSM, in de beginjaren uitsluitend actief in het westen des lands, ging pas in 1865 over tot spoorversmalling van haar ‘oude’ lijn Amsterdam - Rotterdam.

2. UTRECHT - ROTTERDAM EN VERDERE UITBREIDING VAN HET NRS-NET

Op 21 mei 1855 opende de NRS het traject Utrecht - Gouda, als eerste van een aantal spoorlijnen die onze regio in de volgende decennia een geheel ander aanzien zouden geven. Op 30 juli 1855 werd het baanvak Gouda - Rotterdam feestelijk geopend; aan deze gebeurtenis werd door een Engelse krant, The Illustrated London News, op 4 augustus van dat jaar uitgebreid aandacht geschonken! We citeren een stukje uit een vertaalde versie van dit artikel (uit Nieuw Spoor 1955):Om 9.00 uur v.m. vertrok een speciale trein uit Rotterdam met bestemming Utrecht. Daarin bevonden zich o.a. Z.K.H. Prins Hendrik en de ministers van Binnenlandse Zaken en Financiën. De trein arriveerde om 10.55 uur in Utrecht; daar werd het gezelschap verwelkomd door NRS-directielid C.W.  Hesleden. Na aankomst van speciale treinen uit Amsterdam en Arnhem, met o.a. de president der NRS en de burgemeesters van die plaatsen aan boord begaf het gezelschap zich om 11.45 uur per speciale trein (22 rijtuigen) naar Rotterdam, alwaar men om 2.00 n.m. arriveerde. Het voorlopige station in deze stad was smaakvol versierd met groen, bloemen en vlaggen.  Slecht weer was het ook die dag; een groot gala in Rotterdam werd ‘s-middags wegens hevige regenval van alle glans beroofd.

Kaart van het NRS-lijnennet anno 1876. © J.G.C v.d. Meene, met dank aan Roelof Hamoen

Te Rotterdam eindigde de lijn dus op een voorlopig station: Boerengat. Het definitieve eindpunt Rotterdam Maas werd op 1 december 1858 bereikt.  In de jaren daarna breidde de NRS haar lijnennet gestadig uit. Een overzicht van de openingsdata:

Fragment uit de franstalige (spoorweg-)reisgids Baedeker van 1873. Met dank aan Adri den Boer. De (vrij vertaalde) tekst luidt: 

Van Rotterdam naar Utrecht en Amsterdam via Gouda

Nederlandsche Rhijn Spoorweg. Traject naar Utrecht: 1¼ uur. Tarieven: ƒ 2.70 – 2.50 – 1.35. Sneltrein: 20 ct. toeslag. Naar Amsterdam: 1½ à 2 uur. Tarieven: ƒ 3.75 – 2.85 – 1.85. (Genoemde tarieven golden voor respectievelijk 1e, 2e en 3e  klasse)

 Vertrek te Rotterdam vanaf het Maasstation. Het landschap biedt niets dan kanalen (waarschijnlijk worden sloten bedoeld) en weilanden. De eerste stations zijn Capelle en Nieuwerkerk. Te Nieuwerkerk doorkruist de lijn het oostelijk deel van de grote Zuidplaspolder . Als men hier doorheen rijdt, is het nog moeilijk te zeggen wat nu overheerst: het water of het land. Daarna volgt het station Moordrecht. Bij Gouda passeert men een rivier, genaamd de Kromme Gouwe.

In 1890 werd de NRS overgenomen door de Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen (SS); na aanleg van de ceintuurbaan Rotterdam Maas - Delftsche Poort door de HSM in 1899 kreeg deze maatschappij medegebruik van de SS-lijn Utrecht - Rotterdam.

 

3. BEKNOPT OVERZICHT STATIONS TUSSEN UTRECHT EN ROTTERDAM  

De spoorlijn Utrecht - Rotterdam kende bij de opening (1855) de volgende tussenstations: Harmelen - Woerden - Papekop (al na enkele jaren omgedoopt tot Oudewater - GOUDA (met hoofdletters) - Moordrecht - Nieuwerkerk - Cappelle (inderdaad, toen nog met dubbel p).  De NRS heeft in de eerste jaren geen monumentale stations laten bouwen.  Uit jaarverslagen blijkt dat gebouwtjes, die bij de aanleg dienden als woon- en directieketen, na voltooiing van een baanvak vaak als station in gebruik werden genomen. Aan de lijn Utrecht - Rotterdam kregen alleen Harmelen, Gouda en Moordrecht in het NRS-tijdperk een nieuw stationsgebouw; in de overige gemeenten bleven de ‘keten’ tot na de eeuwwisseling in gebruik.

Overzicht stations en halten met jaren van nieuwbouw:

Station:                                        NRS:                NRS:              SS:                 NS:               NS:

 

Vleuten                                       n.v.t.                 18811)              1922              2007

Harmelen                                   18552)               1869

Woerden                                    18552)                                        1913

Papekop/Oudewater                 18572)

Gouda                                        18552)              1868                                         1948             1983

Moordrecht                               18552)              1862

Nieuwerkerk                             18552)                                        1909                19713)          19893)

Ouderkerk                                 n.v.t.                                         1903

Capelle (a.d. IJssel)                 18552)                                        1916                19813)

Kralingsche Veer                      n.v.t.                                         1905

1)  = in 1881 geopend

2) = voormalige woon- of directiekeet

3) = op andere locatie (lijn naar Rotterdam CS)

Ook te Hekendorp tussen Gouda en Oudewater is ooit nog een stopplaats geweest, echter zonder stationsgebouw; de bediening van deze stopplaats vond plaats in een reeds aanwezige wachtpost zoals dit vroeger wel vaker geschiedde bij stopplaatsen van zeer weinig betekenis.

Merkwaardig zijn de benamingen van Nieuwerkerk en Capelle. Op de gevel van het in 1909 gebouwde station Nieuwerkerk stond (en staat) alleen Nieuwerkerk, zonder het toevoegsel ‘a.d. IJssel’. Het zeven jaar later gebouwde station Capelle droeg op de gevel wel degelijk de naam Capelle a.d. IJssel. Vermoedelijk hield dit verband met het Brabantse Capelle aan de spoorlijn Lage Zwaluwe - ‘s-Hertogenbosch; aan deze lijn lagen de stations Capelle-Nieuwevaart en Kaatsheuvel-Capelle. Het Zeeuwse dorp Nieuwerkerk daarentegen heeft nooit een spoorwegstation gekend, zodat over deze plaatsnaam ook geen verwarring kon ontstaan.

 

4. HET EERSTE STATION NIEUWERKERK

Zoals reeds vermeld was Nieuwerkerks eerste stationsgebouw niets meer dan een houten keet, na aanleg van de spoorlijn verbouwd tot station.  Identieke ‘stations’ waren o.a. aanwezig te Papekop/Oudewater en Capelle terwijl b.v. in Woerden een ander type ‘keet’ langs de baan stond.  In de loop van de 19e eeuw zijn de vilten daken van de ‘keten’ vervangen door leien exemplaren. Ook werden binnen halfsteenmuren tegen de houten buitenwanden gezet  

Emplacement Nieuwerkerk anno 1882. Tekening via J.G.C v.d. Meene

Van het houten station Nieuwerkerk zijn diverse ansichten gemaakt. In elk geval zijn er twee verschillende exemplaren uitgegeven door A. van Leeuwen.  Op deze foto is ook duidelijk te zien dat zich achter het station nog een houten gebouwtje bevond. Dit bevatte dienstwoningen; het is tegelijk met het houten station rond 1909 afgebroken en vervangen door de drie spoorhuizen Kerklaan 17-19-21. Een andere bekende ansichtkaart is afgebeeld in ‘Nieuwerkerk a/d IJssel in oude ansichten deel 1’. Ten onrechte vermeldt de auteur dat deze foto dateert van 1888. We zien op die foto namelijk een HSM-trein op een SS-lijn; het betreft hier een HSM-sneltrein uit Utrecht die te Gouda, Nieuwerkerk en Capelle stopte en vervolgens via de ceintuurbaan rechtstreeks doorreed naar Schiedam. De foto is waarschijnlijk gemaakt in 1902 om 4.16 uur namiddags.

Het eerste station van Nieuwerkerk, ± 1902. Repro coll. J.A. de Vlaming

In de periode t/m 1908 vonden te Nieuwerkerk diverse wijzigingen plaats:

Een opname van het eerste Nieuwerkerkse station met een stempel van de Staatsspoorwegen: S.S. 15 mrt 1905 Nieuwerkerk. Zo te zien is het voltallige personeel met gezinsleden uitgelopen om voor de fotograaf te poseren. Repro coll. J.A. de Vlaming

5. HET TWEEDE STATION NIEUWERKERK

De uitbreiding van personen- en goederenvervoer, alsmede de slechte staat waarin de oude houten stations inmiddels verkeerden, waren aanleiding voor de SS om in de eerste decennia van de 20e eeuw de ‘keten’ systematisch te vervangen door nieuwe stationsgebouwen. Als eerste was Nieuwerkerk aan de beurt. Volgens Bestek no. 1119 de dato 13 juni 1908 zouden uitgevoerd gaan worden: een nieuw stationsgebouw op het eerste perron, een nieuw eilandperron, alleen bereikbaar via een te bouwen luchtbrug, een woning voor de stationsassistent (later Kerklaan 17) en twee woningen voor seinhuis- en wisselwachters (thans Kerklaan 19 en 21) De woning voor de stationschef bevindt zich op de verdieping van het stationsgebouw en bestaat uit drie(!) woonkamers, twee slaapkamers, een keuken en een gang. Op de begane grond van het stationsgebouw treffen we van voor naar achter aan: vestibule, bureau (voor kaartverkoop etc.), bagageruimte, wachtkamer 1e/2e klasse, gang, wachtkamer 3e klasse, magazijn, opslagruimte brandstoffen, w.c. vrouwen en w.c. mannen.

Bestek 1119: Gevel ab (boven) en Voorgevel

Het asymmetrisch gebouwde station heeft links een lage vleugel. In het linker deel van de voorgevel bevindt zich de toegang tot de woning van de stationschef. De ingang van het station is in de rechter zijgevel; het station ligt nl. met die zijde naar de weg (Stationsweg, later Kerklaan) gekeerd.

Bestek 1119:  Gevel perronzijde (boven) en Gevel cd 

Het emplacement bestaat in 1909 uit twee doorgaande sporen aan weerszijden van het eilandperron. Het spoor langs het eerste perron wordt uitsluitend gebruikt voor goederenvervoer. Langs de veelading achter het station bevindt zich eveneens een spoor. Achter de nieuw gebouwde dienstwoningen vermeldt het bestek: Water SS, plannen voor een spoorweghaven dus. Langs dit water bevindt zich aan de uiterste noordwestzijde van het emplacement het zg. koolaschspoor. In maart 1910 is het gehele nieuwe complex gereed.

In 1913 wordt Bestek 1327 - Station Nieuwerkerk, uitbreiding van sporen en wissels alsmede de bouw van een goederenbergplaats achter het stationsgebouw - uitgevoerd. Enkele sporen worden toegevoegd en enkele andere verlegd of verlengd. Ook wordt de veelading met klinkers bestraat en vergroot. Veel van deze uitbreidingen hadden te maken met de nieuw opgerichte Coöperatieve Groenteveiling, die een korte, maar hevige bloeitijd kende. Opvallend is, dat op de plaats waar op de tekening uit 1908 wordt vermeld ‘Water SS’, in 1913 melding wordt gemaakt van een moeras. De reeds genoemde spoorweghaven kwam in 1917 gereed. Op het eerste perron achter de nieuwe goederenloods is plaats gemaakt voor een tuin.

Bestek 1327: Goederenloods 

Van Nieuwerkerks fraaie tweede station met z’n imposante luchtbrug zijn vermoedelijk enkele tientallen ansichtkaarten gemaakt. Een zeer fraai exemplaar is uitgegeven rond 1909. Het gloednieuwe station met luchtbrug is schitterend in beeld gebracht. Duidelijk te zien is dat de in 1913 gebouwde goederenloods nog niet aanwezig is. De glimmend gepoetste Staatsspoorloc. 808 (bouwjaar 1899, vanaf 1921 genummerd NS 1708, buiten dienst gesteld in 1947 als NS 1308 II) zet zich juist in beweging onder het veilige uitrijsein in de richting Rotterdam. De seinhuiswachter staat voor het raam. Op de achtergrond is een goederenwagen zichtbaar op het emplacement. Op de volgende foto zien we dat achter het station inmiddels de goederenloods is verrezen. Tussen het station en de luchtbrug ontwaren we nog juist de schoorsteen van een stoppende stoomtrein op het station. Daarna een doorkijkje onder de luchtbrug in de richting Rotterdam. Vervolgens een foto uit de nadagen van het station. De voorbij razende diesel-electrische trein (bouwjaar 1934) is een voorbode van de naderende sluiting van vele kleine stations en halten...... Tenslotte een ansicht van het station die verscheen op een tijdstip dat het al enkele jaren gesloten was.

 

Emplacement Nieuwerkerk anno 1916. Tekening via J.G.C v.d. Meene

Na het stopzetten van het reizigersvervoer bleef Nieuwerkerk nog geruime tijd bestaan als goederenstation. Na de Tweede Wereldoorlog heeft het stationsgebouw enige tijd dienst gedaan als kleuterschool; begin jaren ‘60 werd de begane grond ingericht als kantoor van Gemeentewerken. Nog geruime tijd heeft de voormalige woning van de stationschef op de eerste verdieping huisvesting geboden aan spoorwegpersoneel. Toen rond 1967 de laatste NS-er verhuisde werd ook de voormalige woning bij het kantoor van Gemeentewerken gevoegd. Na het vertrek van Gemeentewerken naar het nieuwe Raadhuis in 1989 werd het stationsgebouw omgetoverd tot Restaurant ‘De Aardbeienboom’. Gelukkig heeft deze merkwaardige naam slechts kort bestaan. Daarna droeg het restaurant enige tijd de naam die elke echte Nieuwerkerker al sinds jaar en dag aan het gebouw geeft; ‘t Oude Station’! Vervolgens werd in het gebouw Eetcafé ‘Cartoons’ gevestigd en vanaf 3 april 2014 is "Perron" de nieuwe naam van het restaurant.

Na 1913 vonden nog de volgende wijzigingen plaats:

Het tweede station van Nieuwerkerk kort na de opening in 1909. Een trein, getrokken door Staatsspoorlocomotief 808 (later NS 1708) vertrekt naar Rotterdam. De treinen vertrokken altijd van het eilandperron; het spoor langs het perron bij het stationsgebouw werd alleen door goederentreinen gebruikt. Merkwaardig is dat deze trein van het rechterspoor vertrekt; bij de Staatsspoorwegen werd namelijk links gereden. De goederenloods (bouwjaar 1913) is nog niet aanwezig. Repro coll. J.A. de Vlaming

 

Het station in later jaren. Inmiddels is achter het gebouw de goederenloods verrezen. Op het station stopt juist een trein richting Rotterdam Maas. Ansicht coll. J.A. de Vlaming

 

Een doorkijkje onder de luchtbrug in de richting Rotterdam Maas. Repro coll. J.A. de Vlaming

 

Een gloednieuwe diesel-electrische trein (bouwjaar 1934) raast door Nieuwerkerk, een voorbode van de naderende sluiting van het station. Repro. coll. J.A. de Vlaming

 

Ook na de sluiting van het station in 1935 verschenen er nog nieuwe ansichten. In 1937 werd de luchtbrug afgebroken en een jaar later werd de lijn geëlektrificeerd. Waar zich eens de luchtbrug bevond staat nu een bovenleidingsmast. Repro. coll. J.A. de Vlaming

 

6. DE HALTE OUDERKERK

Over deze halte is, in tegenstelling tot het station Nieuwerkerk, tot nu toe zeer weinig geschreven. Op woensdag 8 oktober 1902 werd in de raadsvergadering van de gemeente Ouderkerk besloten tot aanvraag van een spoorweghalte Ouderkerk. Op dinsdag 21 oktober doet de burgemeester hiervan verslag bij de minister. Op woensdag 12 november wordt in Nieuwerkerk een onderzoek gestart naar de vestiging van de halte Ouderkerk. Woensdag 17 december 1902 deelt de minister mede dat aan het verzoek tot vestiging van een halte Ouderkerk zal worden voldaan, aldus een artikel van Gerard Knegt in het tijdschrift "Op d'IJssel" van de Historische Vereniging Ouderkerk.

We schrijven 2 juli 1903, als in de ‘Verzameling Wetten, Besluiten enz. betreffende de Spoorwegen in Nederland’ wordt gepubliceerd: Beschikking No. 240, Afdeeling Spoorwegen, Vestiging van eene halte ‘Ouderkerk’ aan den Staatsspoorweg Rotterdam - Utrecht, tusschen Capelle en Nieuwerkerk.

De Minister van Waterstaat, Handel en Nijverheid bepaalt, dat van 1 October 1903 af, bij wijze van proef, eene halte zal worden gevestigd aan den Staatsspoorweg van Rotterdam naar Utrecht, tusschen Capelle en Nieuwerkerk, bij de Ouderkerkschelaan, en dat deze halte den naam zal dragen van Ouderkerk.

Op 15 oktober 1903 werd de halte Ouderkerk dus als PROEF geopend. We mogen aannemen dat de proef geslaagd was, want de halte heeft toch tot en met 1935 in het spoorboekje gestaan. Ware de proef mislukt, dan was de halte Ouderkerk ongetwijfeld eerder gesloten; ook in de jaren ‘20 verdwenen reeds vele halten en stopplaatsen van het toneel. Ondanks het slagen van de proef is er nooit veel treinverkeer geweest. Zo stopten er in het laatste jaar (dienstregeling ingaande 7 October 1934) per dag slechts twee treinen richting Gouda (om 12.42 uur en om 17.43 uur). Naar Rotterdam kon men toen merkwaardigerwijs slechts eenmaal per dag en wel om 18.55 uur. We zullen ons hier maar even niet afvragen hoe reizigers met een retourtje weer terug moesten komen......

Situatieschets van de halte Ouderkerk gedateerd juni 1904. Tekening via J.G.C v.d. Meene  

De entourage van Ouderkerk stelde weinig voor. Het houten haltegebouwtje noemde men toen (1903) een bureau; een identiek gebouwtje troffen we aan bij de twee jaar later geopende halte Kralingsche Veer. Op de beide lage perrons bevonden zich voorts nog abri’s om het schaarse aantal wachtende reizigers tegen de weersinvloeden te beschermen. Overigens moet het geen pretje geweest zijn om bij slecht weer van Ouderkerk (overvaren, dan via een stuk Groenendijk en de gehele Ouderkerkschelaan) naar de gelijknamige spoorweghalte te lopen. Behalve de Ouderkerkers maakten ook de bewoners van Ver-Hitland regelmatig gebruik van de halte. In 1920 werden de perrons verlengd. Er zijn enkele foto’s bekend van de halte aan de Ouderkerkschelaan.

De halte Ouderkerk aan de Ouderkerkschelaan (1903-1925). Repro coll. J.A. de Vlaming

Met ingang van 22-12-1925 (Aanschrijving Beveiliging nr. 1303) werd de halte Ouderkerk 300 meter naar het noordoosten verplaatst; vanaf die dag werd gestopt bij Wachtpost 31, ook wel bekend als de ‘Scheve Overweg’, recht tegenover het landhuis ‘De Beukenhof’. Van deze locatie is in 1937 een curieuze ansichtkaart verschenen; op de achterzijde is geen uitgever vermeld. De elektrificatie van de spoorlijn is in volle gang.  We zien de bovenleidingsportalen, nog zonder bovenleiding, al staan. Op de achtergrond bevindt zich in het midden wachtpost 31. Rechts op de foto zien we de hekken langs de perrons van de twee jaar eerder gesloten halte Ouderkerk, terwijl het gebouwtje geheel rechts de abri op het perron langs het spoor richting Nieuwerkerk is.  De eerste foto toont de wachtpost "Scheve Overweg" rond 1916, in de periode voordat er een halte gevestigd was. Op de laatste foto (1939) is de wachtpost versierd wegens de viering van 100 jaar spoorwegen in Nederland.

Wachtpost "Scheve Overweg" ± 1916. V.l.n.r. Bas, Dirkje en Jaantje Noordegraaf. In 1925 zou op deze plaats de halte Ouderkerk gevestigd worden. Foto coll. J.A. de Vlaming via B.A. Budding

 

Eind 1925 werd de halte Ouderkerk verplaatst naar de "Scheve Overweg". Op deze ansichtkaart uit 1937 zijn rechts de perronhekken en de abri op het perron richting Nieuwerkerk nog te zien. Twee jaar eerder is de halte gesloten. De elektrificatie is in volle gang: de bovenleidingsportalen staan er al, maar de bovenleiding ontbreekt nog. In 1938 kon men elektrisch van Rotterdam naar Utrecht reizen. Ansicht coll. J.A. de Vlaming

 

De viering van 100 jaar spoorwegen in Nederland op wachtpost 31 "Scheve Overweg", 1939. Foto coll. J.A. de Vlaming 

Enkele afbeeldingen van stations en haltes in omringende plaatsen. Bewust zijn geen foto's opgenomen van de "grote" stations Gouda en Rotterdam Maas; hierover zijn genoeg publicaties beschikbaar.

In Moordrecht verrees in 1862 een nieuw haltegebouw. Het stond bij de overweg ter hoogte van het wegrestaurant "De Pleisterplaats". Het gebouw bleef na sluiting van de halte in gebruik als woning en bedieningspost voor de spoorwegovergang in de Middelweg. Rond 1964 werd de overweg voorzien van automatische halve overwegbomen (AHOB); kort daarna werd het haltegebouw afgebroken. Repro coll. J.A. de Vlaming 

 

Capelle a/d IJssel kreeg in 1916 een stationsgebouw dat wel enige overeenkomst vertoonde met dat van Nieuwerkerk. Eén van de weinige opnamen uit de tijd dat het baanvak naar Rotterdam Maas elektrisch bereden werd. Een treinstel van het type Materieel '46 passeert het voormalige station op 3 oktober 1953, een dag voordat het baanvak gesloten werd. In 1964 is het gebouw gesloopt. Repro coll. J.A. de Vlaming via Historische Vereniging Capelle

 

De eenvoudige accommodatie van de in 1905 geopende halte Kralingsche Veer aan de IJsselmonds(ch)elaan vertoonde veel overeenkomst met die van de twee jaar eerder in gebruik genomen halte Ouderkerk. Repro coll. J.A. de Vlaming via Historische Vereniging Capelle

sporen door nieuwerkerk 2

Home